1 Component infrastructure
2 * support simple component
3 - requires through constructor
4 - provides through getters
5 * support pre-instantiated components
6 * optional start and stop methods
7 * directly implementing the Component interface
8 * explicit wiring must be possible
9 * giving names to a component must be optional
10 * support for cached components and non-cached components.
13 - testen op multiple start methodes.
14 - geneste service registry maken, testen dat een component alleen maar
15 die componenten in de registry ziet die hij daadwerkelijk mag gebruiken
16 - validate() in start() methode aanroepen.
17 - validate() moet public zijn
18 - Container abstraheren in API
19 addComponent(Component) methode toevoegen voor component
20 addComponent(name, component) methode toevoegen voor component.
22 - Toevoegen van Constraint interface
23 Constraint.isAllowed(provider, ProvidedInterface, client, RequiredInterface)
24 Eenvoudige constraint implementeren voor expliciete binding van provided
25 en required interfaces.
27 CompositeConstraint implementeren.
29 CompositeConstraint checken voor elke potentiele match.
31 - Annotaties definieren
36 public MyComponent(Def aArg, Ghi aArg2) {
39 @Provided(name = "name")
43 public void myStart(); // Unlike the component
46 - constraint definieren om constructor te selecteren.
48 // Select the constructor or setter to use.
49 ArgumentConstraints(Class[] argTypes)
50 // indicate which provided interface from what other component must be
51 // used for the i-th parameter.
52 constraint.require(int i, new ProvidedConstraint(component, intf));
53 // indicate the value to substitute for the i-th parameter.
54 constraint.setValue(int i, Object aValue);
56 - Algemene classes maken die de constructor, start method, en
57 methodes identificeren om de component als Component te benaderen.
58 in een object, samen met een wrapper die deze info gebruikt om het
59 object als Component te exportern.
60 Er moet ook een wrapper zijn voor reeds geinstantieerde objecten.
62 - wrapper maken die geannoteerde classes interpreteert en via de eerdere
63 wrapper het object ontsluiten als component.
64 Zowel geinstantieerde objecten als classes ondersteunen.
66 - constructor toevoegen aan de container voor
67 addComponent(Class) // use constructor with the most arguments
68 addComponent(Class, ArgumentConstraints) // use explicit constructor
69 addRunningComponent(Object) // running component with annotations or
70 // subclass of Component
72 addComponent(Object, ComponentAdapterInfo) // running component with
73 // info on how to adapt it to a component.